Terug

“Het voelt als thuis”

Mevrouw Kruit (Nel) woonde ruim zeven jaar in het Parkhoff. Zij overleed in maart 2022.
Eind 2021 interviewden wij haar zoon Martin Kruit, vanwege zijn jarenlange ervaring met het wonen en de zorg in het Parkhoff, één van de pilotlocaties voor de invoering van kleinschalig wonen en werken. We vroegen hem naar zijn ervaringen, maar ook naar wat belangrijk is en wat eventueel beter zou kunnen. Wat als je mocht dromen?

Martin: “Wat voor mij heel belangrijk is, is dat het Parkhoff echt voelt als het huis van mijn moeder. Ik ervaar de zorg voor mijn moeder en de omgang met mij in het Parkhoff als heel plezierig.

Wanneer ik hier op bezoek ben, voel ik me niet alsof ik in een zorginstelling op bezoek ben. Ik ben in het huis van mijn moeder en daar zijn nog meer bezoekers. Er wordt ook altijd gesproken over de huiskamers van de bewoners. Je maakt een praatje met je moeder, met andere bewoners en hun familie en met de verzorging. Het is fijn dat de bewoners in kleine groepen wonen.

De afgelopen twee jaar is het contact met de andere bewoners en hun familie wel veranderd. Voor corona kende ik iedereen beter. Ik kom nu op een vaste dag op bezoek en je houdt nu wat meer afstand van anderen, het is wel anders dan voor die tijd. 

Toen mijn moeder hier kwam wonen was ze nog mobiel, maakte een praatje en herkende ons nog. Dat het hier echt een thuis is merkten we als we haar ophaalden met verjaardag of kerst. Als ze we haar weer naar het Parkhoff brachten zei ze bij binnenkomst: “Ik ben weer thuis.”

Oprechte betrokkenheid
“Doordat er een vast kernteam is, ken je de verzorging goed. En je merkt ook dat zij echt toegewijd zijn aan de bewoners. Zoals laatst toen het écht niet goed ging het mijn moeder: de betrokkenheid en bezorgdheid van de verzorging was oprecht. Je weet dat er ieder moment iets met haar kan gebeuren in dit stadium van haar leven, maar het doet goed om te weten dat de medewerkers zoveel om haar geven.

Mijn moeder kan nog maar weinig, maar de medewerkers betrekken haar zoveel mogelijk bij de activiteiten die hier volop worden georganiseerd, binnen haar mogelijkheden. En ik kan in Carenzorgt goed volgen hoe het met haar gaat. Van leuke dingen worden foto’s op Familienet gezet.

Het doet mij goed te weten dat ze ondanks dat ze niet meer mobiel is in het Parkhoff mag blijven tot haar kaarsje definitief uitgaat. Ze woont hier al zo lang nu. Het is fijn dat er naar de persoon wordt gekeken.”

Echte aandacht
“De echte aandacht voor mijn moeder, maar ook voor ons als familie, is wat mij aanspreekt. Er worden regelmatig activiteiten georganiseerd waar we als familie ook bij worden betrokken. En medewerkers vragen ook hoe het met ons en de kinderen gaat. Ze kennen niet alleen mijn moeder en mij als eerste contactpersoon, maar ook mijn zus die verder weg woont en maar af en toe kan komen. Als ze dan komt, houden ze er  rekening mee dat mijn moeder uitgerust is. En toen mijn zus in coronatijd met haar zoon kwam, mocht hij vanwege de afstand óók mee naar binnen ondanks de beperkingen. Er wordt binnen de mogelijkheden echt naar de omstandigheden en de persoon gekeken.”

Goede communicatie
“De communicatie met medewerkers verloopt goed en ook over medische aspecten word ik door de artsen goed geïnformeerd. Afspraken worden vrijwel altijd nagekomen.”

Wat ik zou willen veranderen?
“Heel eerlijk? Niet veel. Het enige wat ik kan verzinnen is dat een grotere eigen kamer met een zitje of een bankje en de gelegenheid om een kop thee te zetten fijn zou zijn. En voor mobielere bewoners misschien een beleeftuin, zoals die bij het Parkhuis. Maar het kleinschalige moet dan wel behouden blijven, dat biedt rust en er is aandacht voor iedereen. Wat de verzorging betreft heb ik geen verbeterpunten. Het geeft mij rust te weten dat er goed voor mijn moeder wordt gezorgd.”