Terug

Contact in Coronatijd

Op 20 maart 2020 waren opeens de deuren van onze locaties gesloten voor bezoek. Naasten konden hun partner, ouder, broer, zus of kind, niet meer bezoeken. Hoe zorg je dan tóch voor contact?

Er werden allerlei oplossingen bedacht. Sponsoren zorgden voor hoogwerkers en later heuse podia om ook op de bovenverdiepingen van het Merwehuis en het Parkhuis op bezoek te kunnen, voor het raam. Er kwam een bezoekkeet, er werden spraak- luisterverbindingen bij de ramen opgezet. En dat alles dankzij betrokken medewerkers, familie, vrijwilligers en organisaties.

Er kwam een belteam om telefonisch contact mogelijk te houden: het aantal telefoontjes nam zover toe dat dit niet meer door de receptie en afdelingen te beantwoorden viel. Medewerkers van MEE Mantelzorg, activiteitenbegeleiders en studenten ondersteunden bij het beeldbellen op de afdelingen. Over dat laatste vertelde mevrouw Stijns, dochter van mevrouw Lagarde (toen 98, inmiddels 99) ons meer in de Parkpraat van oktober 2020. Zij heeft met regelmaat geskypet (een vorm van beeldbellen) met haar moeder in de tijd dat het Parkhuis gesloten was voor bezoek:  

Moeilijk om contact te houden

“Mijn moeder woont nu ongeveer twee jaar in het Parkhuis. Vóór de bezoekerssluiting gingen mijn broers, zus en ikzelf regelmatig op bezoek. Dat kon opeens niet meer. Het was niet altijd makkelijk om contact te houden met mijn moeder tijdens coronatijd. Mijn opmerkingen en vragen in Carenzorgt werden niet altijd goed gelezen en het belteam hield zich zó goed aan het feit dat alleen de vertegenwoordiger van de bewoner informatie mocht krijgen, dat mijn broers en zus mijn moeder niet meer konden spreken. 

Skypen

Dat maakte skypen een extra fijne oplossing om mijn moeder tóch te zien. Ik heb ook voor mijn broers geregeld dat ze konden Skypen. Mijn broers en zus hebben bij mij thuis geskypet. Alleen mijn broer in Zeeland heeft het zelf gedaan, hij heeft zelfs speciaal voor dat doel een laptop gekocht die daarvoor geschikt is!

Ik weet niet meer of de eerste keer met Iris (projectcoördinator, red.) of Fanny (activiteitenbegeleidster, red.) was, ze doen het allebei geweldig. Maar het ging vanaf het begin goed. In het begin gebruikten we mijn laptop, maar ik wilde het gesprek graag op kunnen nemen. Na wat uitzoekwerk gebruikten we de keer daarop de tablet van mijn man. Toen lukte het opnemen goed. Tijdens het afspelen zie je dan de twee beelden naast elkaar. Mijn man heeft het bestand verkleind zodat we het via Whatsapp konden versturen naar mijn broers en zus en andere familie en vrienden. Dat opnemen is ook echt een tip voor andere families, het terugkijken is zo leuk!”

Artikel gaat verder onder de video

Herkenbare achtergrond

“Tijdens het Skypen ging ik thuis bij een groot schilderij zitten, dat een vriendin voor mij gemaakt heeft. Dat schilderij herkende mijn moeder, ze vertelde daar hele verhalen over tegen Fanny. Daardoor wist ik dat ik de juiste keuze had gemaakt. Toen mijn zus bij mij thuis met mijn moeder skypte, was het raar voor mijn moeder dat ze mijn zus bij mijn schilderij zag. Pas toen ze ons samen zag begreep ze het. Ook het licht is belangrijk, ik lette er bij het testen met mijn broer op dat hij ergens ging zitten waar hij geen tegenlicht had.”

Contact is belangrijk

“Wat ik heel leuk vond, was dat mijn moeder wist wat er ging gebeuren. Fanny legde dan uit wat we gingen doen. Soms heeft ze slechte momenten, maar dit begreep ze wel, het ‘praten via de computer’. We hebben echt lange gesprekken kunnen voeren. Soms had ze ook geen zin meer hoor, tegen mijn oudste broer heeft ze wel eens gezegd dat het nu wel genoeg was. Fanny vertelde dat mijn moeder in het begin niet veel zin had om te skypen. Maar later knapte ze toch zienderogen op van het contact met ons. Zo zie je maar dat contact belangrijk is.”

Weer op bezoek

“Nu kunnen we weer op bezoek en dat is toch ook wel erg fijn. Ik kom regelmatig op bezoek en mijn zus kan het haar van mijn moeder weer doen. Dat doet ze al 50 jaar en mijn moeder wordt daar zo blij van.

Maar ook de huidige maatregelen blijven moeilijk. Je mag elkaar natuurlijk nog steeds niet knuffelen of aanraken. Sommige bewoners hebben het besef niet meer, maar mijn moeder wel. En als je dan op een afstand gedag moet zeggen en ze zegt “ik mag je geen hand geven”, dan dat doet pijn. Het blijft moeilijk zolang het virus er is.”